Eind jaren ‘40 hebben wij Nederlanders iets heel bijzonders gedaan: we hebben een nieuw stuk land gemaakt om op te gaan wonen. Met de Tweede Wereldoorlog net achter ons was het dé kans om onszelf opnieuw uit te vinden en een perfecte, vredige samenleving 'van de toekomst’ te creëren. Er werd een Rijksdienst opgezet die de Noordoostpolder, toen niet veel meer dan een groot stuk modder, moest gaan bebouwen en bevolken. Omdat dit de samenleving van de toekomst moest worden, werd er streng geselecteerd in wie er mocht komen wonen. Opperselecteur Bram Lindenbergh stond aan het roer en met zijn commissie keurde hij uiteindelijk honderden boerenfamilies - potentiële polderpioniers - die naar de polder wilden verhuizen. Maar, heeft het gewerkt? Hebben de idealistische plannen, gevormd in kantoortjes, geleid tot een perfecte samenleving?

​

De kern van de serie is de botsing tussen het idealisme ‘in de kantoortjes’; de professoren, selecteurs en de politici die al het denkwerk doen, en de realiteit in de polder; de nieuwe bewoners die zich moeten nestelen op een nieuwe boerderij.